Afgelopen vrijdag heb ik het leven in het gezicht mogen bekijken…en hij straalde.
Ik had vrijdag een afspraak met een vriend…een ex-collega. Een geweldige vent met een enorm mooi hart. Groot, stevig, sterk…dan heb ik het niet alleen over zijn verhalen. Als collega was hij een perfecte evenknie. Hij liet me lachen als de politieke sfeer te snijden was. Hij was altijd een steun voor mij. Hij werd mijn held toen hij de Cavia (een berg in Italië) bedwong op zijn racefiets. Een prestatie waar hij hard voor trainde. Op dat moment had hij nog niet in de gaten dat er nog een uitdaging op hem wachtte. Een immense tocht, waarbij de Cavia tot een klimmetje uit een viaduct gereduceerd kon worden.
In september 2014 werd hij getroffen door een hersenontsteking. Het werd aanvankelijk in het ziekenhuis niet onderkend. Hij mocht met paracetamol naar huis…maar de pijnen werden heftiger en heftiger. Een vol weekend ging eroverheen en slechts door kordaat ingrijpen van zijn vriendin werd hij in het ziekenhuis opgenomen…alwaar hij een zware epileptische aanval doorstond. Hersenletsel was het gevolg. Hij streed, hij vocht en hij revalideerde…stapje voor stapje. Waar zijn bewustheid in het begin erg fragiel was, werkte en vocht hij zijn weg terug naar boven.
Twee jaar en twee maanden geleden lag hij in een groot ziekenhuisbed. Ik zie hem nog liggen…met ogen die door me heen keken als hij zijn bewustzijn weer verloor. Vrijdag zat ik tegenover hem. In Woudrichem (of all places). Een prachtig stadje waar hij herinneringen koesterde. We hebben gegeten…en we hebben gelachen. Hij geniet…is terug…en gaat verder op zijn weg. Voor hem ligt ‘vals plat’. Er is namelijk geen berg te hoog of te steil voor hem. Het is ‘vals plat’…en hij trapt rustig verder en leert mij onderweg te kijken naar de omgeving.
We heffen de glazen en zeggen “Proost…gezondheid”. Hij vult dit aan met een extra zin: “Vergeet nooit iemand aan te kijken als je dat zegt”. Ik kijk naar hem en zie het leven in zijn gezicht. Hij straalt.