De zomervakantie zit er weer (bijna) op. Collega’s schuiven, verbrand door de zon, weer achter het beeldscherm. Onder het genot van een bak automaat koffie worden alle verhalen uitgewisseld. Na anderhalve dag gaat de telefoon. Een klant. Ik hoor een collega zeggen: “Ik heb een geweldige vakantie gehad. Heerlijk. Italië. Ja, je weet hoe het gaat. Ik ben de vakantie al weer bijna vergeten. Het lijkt al weer een hele poos geleden. Ik ben weer helemaal opgeslokt in de drukte van mijn werk.”
Mensen kijken het hele jaar uit naar hun vakantie. Gesprekken over de volgende vakantie worden zelfs tijdens de lopende vakantie al gevoerd. “Zullen we volgend jaar misschien iets minder ver rijden…of zullen we dan eens gaan vliegen?” Mensen leven naar hun vakanties toe. Men ziet het als een beloning voor al het harde werken. Dat is geheel terecht. Maar wat is het werk dan? Is dat de straf? Is de vakantie ons verlof uit onze eigen opgelegde gevangenis? Een gevangenis waarin we ons ketenen aan de orde van de dag, week, maand en jaar?
Hier ligt een belangrijk pijnpunt.
Stel jezelf eens de volgende vragen…
Hoe groot ervaar jij de kloof tussen werk en vakantie?
Welke belangrijke waarden vindt je wel terug tijdens je vakantie, die je mist in je werk?
Kort mijn verhaal…tijdens de laatste vakantie hebben we elkaar als gezin veel vragen gesteld. Het ging er ons niet alleen om wat we leuk vonden. Het ging ons er als allereerst om waarom we bepaalde keuzes belangrijk vonden. Het werden hele leuke gesprekken. De kinderen hadden natuurlijk ook inbreng. Eén zin bleef gedurende de vakantie terugkomen. Het is de zin: Niet omdat het moet, maar omdat het kan!
Ik durf te stellen dat we deze vakantie veel bewuster beleefd hebben dan alle vorige vakanties. De herinneringen zitten niet alleen in het feit van wat we gedaan hebben…als ook vanuit de wijze waarop we een beslissing genomen hebben. Dat zorgt er wel voor dat ik met een grote glimlach naar sommige vakantiefoto’s kijk.
Het grappige is ook dat het hele gezin de lijn van de vakantie bewust doortrekt. De ambitie is om dat zo lang mogelijk vast te houden…omdat het een onderdeel is van onze eigen waarden. Het gaat lastig worden. De kinderen gaan zich ketenen aan de lesroosters van de scholen en sport. Maar op de keuzemomenten hoop ik dat ze denken aan de vakantie en aan “onze” zin: Niet omdat het moet, maar omdat het kan!
Bovenstaande zin betekent namelijk voor mij…autonomie, zelfbeschikking en vrije keuzes. Niet meegaan in de stroom. Het zijn woorden die ook de basis vormen in mijn persoonlijke en bedrijfsmatige kernwaarden. Doordat ik deze weg ook al had genomen in mijn werk, ervaar ik de kloof tussen werk en vakantie als gering. De belangrijke waarden van mijn laatste vakantie en mijn huidige werk zijn gelijk! Ik prijs me gelukkig.
De telefoon gaat weer. De collega neemt weer op. Andere klant. Zelfde verhaal. Ik neem me voor dat ik tijdens de volgende koffiepauze eens een echte Italiaanse cappuccino voor haar maak. Met opgeklopte melk. Hopelijk brengt het haar terug naar haar vakantie en dan vertel ik mijn verhaal…en stel haar de vragen die mij hebben geholpen in het vasthouden van mijn vakantiegevoel.